-
1 detonate
v. ontploffen, tot ontploffing brengen[ dettəneet] 〈zelfstandig naamwoord: detonation〉1 ontploffen ⇒ detoneren, exploderenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 tot ontploffing brengen ⇒ laten exploderen/ontbranden -
2 set off
beginnen; op weg gaan; in werking zettenset off♦voorbeelden:set off on a trip • een reis ondernemenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:set someone off on his pet subject • iemand op zijn stokpaardje zetten -
3 explode
v. ontploffen, opblazen, kapot slaan[ iksplood]1 exploderen ⇒ ontploffen, (uiteen)barsten3 snel/plots stijgen♦voorbeelden:explode with laughter • in lachen uitbarstenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
4 decouple
v. afscheiden; ontkoppelen van een ding van het andere; ontkoppelen van de koppeling van het ene circuit of gedeelte van een ander (Elektronica); absorberen van een schok van een explosie; verminderen van door lucht voortgeleide schokgolven van een explosie door de explosieondergrond tot ontploffing te brengen
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский